2024: Lef / lev
 
Bijbelteksten en verwerkingsvragen over ontmoeten

Bijbelteksten en verwerkingsvragen over ontmoeten

Zoals gezegd: de Bijbel staat vol teksten waarin God en mens en mens en medemens elkaar ontmoeten. Een kleine selectie uit de Tenach (de Joodse Bijbel/ het Oude Testament), waarin God en mens elkaar ontmoeten:

Jakobs worsteling met de engel (?) (Genesis 32,23-33)
Elia op de Horeb (1 Koningen 19)
Jesaja in de tempel (Jesaja 6)
God roept Jeremia (Jeremia 1)
Jona en God (Jona 1 en 4)
God spreekt eindelijk tot Job (Job 42)

Verhalen uit de Tenach over ontmoetingen van mens tot mens:

Een ontmoeting bij de put (Genesis 24)
Het weerzien van Jacob en Esau (Genesis 32,2-22 en 33,1-16)
David en Jonatan (1 Samuël 18,1-4 en 20,1-21,1)
David en Abigaïl (1 Samuël 25)
Elia en Elisa (1 Koningen 19,19-21)
Ester en de koning (Ester 5)

GESPREK EN GESPREKSVRAGEN

Het samen lezen van teksten is een bekende en mooie manier om als Joden en christenen met elkaar in gesprek te raken. Iedere lezer neemt zijn of haar blik mee, zowel persoonlijk als uit zijn of haar leestraditie.

Kies een van de teksten hierboven, of een andere tekst, en lees deze een keer door of laat iemand hem voorlezen. Ga daarna in kleine groepen over deze tekst in gesprek. De vragen hieronder zijn bedoeld als een hulpmiddel – ze hoeven niet allemaal aan de orde te komen. Misschien komen er in het gesprek heel andere vragen naar boven. Sluit de leesbijeenkomst af met de laatste vraag

  • Wie ontmoeten elkaar in deze tekst? Onder welke omstandigheden?
  • Is er sprake van een spontane ontmoeting of niet? Hebben de personen een bepaalde bedoeling en zo ja, welke? Zijn hun bedoelingen hetzelfde of verschillen ze van elkaar?
  • Is er volgens u sprake van gelijkwaardigheid in deze ontmoeting? Of juist niet? Waaruit blijkt dat?
  • Wat doet deze ontmoeting met de personen in deze tekst? Veranderen ze of juist niet? Herkent u in deze verandering iets van uw eigen ervaringen?
  • Welk moment in de tekst spreek u het meest aan?
  • Soms is er tussen personen sprake van een gevoel van vreemd-zijn voor elkaar en ontbreekt wederkerigheid. Vindt u dat terug in de tekst die u net gelezen hebt? Of juist niet? Kent u een ander verhaal uit de Bijbel waarbij sprake is van het ontbreken van wederkerigheid?
  • Indien mogelijk: hoe wordt deze tekst in onze respectievelijke tradities gelezen?
  • Wat nemen wij, als gesprekspartners uit dezelfde of juist verschillende gemeenschappen, van deze tekst mee? En van het elkaar lezend ontmoeten?