Op maandag 17 januari 2011 is het weer zover: de vierde Dag van het Jodendom. Wat kan zo’n dag betekenen, ook voor mensen buiten de lokale parochiegemeenschappen en de beroepskrachten in de bisdommen? In gesprek met Elise Woertman en Esther Hugenholtz.
Met het oog op de aanstaande Dag van het Jodendom zijn zich in verschillende parochies en bisdommen pastores en medewerkers aan het oriënteren op mogelijke activiteiten of zijn er studiedagen gepland. De Katholieke Raad voor Israël organiseerde in oktober in de nieuwe Liberaal-Joodse synagoge in Amsterdam een Impulsdag. Naar verluidt brengen begin 2011 enkele bisschoppen een bezoek aan een Joodse gemeente in hun bisdom. Mooie initiatieven, maar hoe zit het met de betekenis en het nut van de Dag van het Jodendom, ook buiten de doelgroep van de lokale parochiegemeenschappen en het beleidskader in de bisdommen?
Rkkerk.nl vroeg aan Elise Woertman (pastoraal werkster van de diocesane studentenparochie H. Catharina van Alexandrië, locatie Leiden) en Esther Hugenholtz (lid van de Liberaal-Joodse Gemeente Amsterdam en studentrabbijn aan het Leo Baeck College in Londen) naar hun ideeën en associaties.
Studenten zoeken en ontdekken
Elise Woertman : “Boeiend is de vraag op welke manier studenten de dialoog aangaan met andere religies en met mensen die geloven? Veel studenten zijn geïnteresseerd in religie maar weten er niet perse veel vanaf. Ze vragen zich af waarom mensen geloven, hoe ze hun geloof vormgeven en welke consequenties het voor hen heeft. Informatie over religie is natuurlijk te vinden op internet en in boeken, maar die geeft vaak niet direct antwoord op de wat meer persoonlijke vragen. Daar is meer voor nodig: ontmoeting, uitwisseling, dialoog, je eigen kijk op het leven scherpen en verdiepen in de ontmoeting met een ander.
Een van de meest wezenlijke kenmerken van vele religies, is de manier waarop er (gemeenschappelijk) gevierd wordt. Dat is de reden dat wij vanuit het studentenpastoraat Leiden de activiteit ‘relishoppen’ hebben ontwikkeld, een titel met een knipoog naar de manier waarop mensen op zoek zijn naar wat hen inspireert. Een van de deelnemers, studente Renske van Nie, zegt daarover: ‘We bezochten onder meer de Turkse moskee, de synagoge in Leiden, de Soefitempel in Katwijk, de Levensstroomgemeente, de Russisch-orthodoxe kerk in Amsterdam en een bijeenkomst van de Bahá’í in Leiden. Elke religieuze stroming kent zijn eigen manier van omgaan met nieuwsgierigen, dus het was niet alleen interessant om de diensten of rondleidingen bij te wonen, ook het enthousiasmeren van de deelnemers voor de betreffende religie kende zijn gradaties. Het gaat er niet om je tot een bepaald geloof te bekeren, maar om je honger naar kennis over andere religies te stillen en je er (misschien) een mening over te vormen. Open minded, betrokken en onbevooroordeeld kritisch nadenken over religie en de bijbehorende tradities.’
De Dag van het Jodendom is wat mij betreft een unieke gelegenheid om op zo’n manier dieper kennis te maken met het jodendom en de joodse gemeenschappen in Nederland, om echt in gesprek te gaan over wat voor ons van waarde is, over geloven, over wie God voor ons is en wil zijn.”
Woorden zijn bruggen
Esther Hugenholtz : “Als ik de pers moet geloven staat de samenleving op springen. De breuklijnen tussen seculiere, christelijke, joodse en islamitische Nederlanders lijken dieper te worden. Er wordt door politici en talking heads veel over deze problematiek gesproken maar praten wij nog wel met elkaar? Elke religie (en cultuur) kent zijn eigen taal. Niet alleen in de letterlijke maar ook in overdrachtelijke zin. Wanneer wij elkaars taal niet meer begrijpen ontstaan er gespleten stiltes. Een cultuurtaal leer je net zoals elke andere taal: door veel te lezen, te luisteren en te praten maar vooral door nieuwsgierig te zijn. De Dag van het Jodendom geeft ons de kans om zowel te praten als te luisteren. Ook ik betrap mijzelf op verkeerde veronderstellingen. De burcht van het eigen gelijk is maar al te gemakkelijk gebouwd. Het is goed als joden en katholieken meer leren over elkaar. Het ligt voor de hand om de joodse wortels van het christendom te benadrukken. Hoe belangrijk dit ook is, het is niet het uiteindelijke doel van de Dag van het Jodendom. Dat is: kritische vragen durven te stellen en tegelijkertijd open staan voor elkaar.
Maar is dit nog wel nodig? Katholieke en joodse leiders zoeken al de dialoog op. Tegelijkertijd ligt er nog een wereld van kansen open. De Dag van het Jodendom heeft een voorbeeldfunctie. Misschien komt er ooit nog een Dag van de Islam. Of een wisselgesprek tussen religieuzen en seculieren. Religie moet geworteld blijven in de samenleving. Is zij dat niet dan verliezen we onze visie en ons doel. Dat idealisme en het besef dat woorden bruggen zijn, daar gaat het om. Dat brengt ons veel meer hoop dan de doemprofetie van de media.”