Dag van het Jodendom 2015 in Groningen

De Dag van het Jodendom 2015 werd in Groningen gevierd op zondag 18 januari, in de Synagoge in de Folkingestraat. Het thema was Nostra Aetate, het Vaticanumdocument
waardoor de relatie tussen de wereldreligies veranderde. Dit jaar is het vijftig jaar geleden dat het verscheen. Sprekers waren dr. Benyomin Jacobs, Opperrabijn van
Nederland, en bisschop De Korte, van Groningen-Leeuwarden. Prof. dr. Arthur van Essen had de middag georganiseerd. Helaas moest de politie, als nasleep van de recente
gebeurtenissen in Parijs, de Synagoge de gehele middag extra bewaken.

Arthur van Essen, die al jaren betrokken is bij de groepen waarin mensen van beide religies met elkaar in gesprek gaan, noemde de Joden ‘oudere broers en zussen, die sterk met elkaar
verbonden zijn en met wie ook wij een sterke band hebben.’

Shalom
Opperrabbijn Jacobs bracht de tijd vóór Nostra Aetate in herinnering, waarin die relaties juist buitengewoon moeilijk waren: ‘De Joden hebben veel te lijden gehad van de Roomskatholieke kerk – al is er ook veel dankbaarheid, vanwege kloosters, en ook particulieren, die Joodse kinderen hielpen overleven. Dat verleden dragen we met z’n allen mee – het is zwaar, voor zowel Joden als Katholieken. Maar dat ik dit hier durf te zeggen, wijst op een diepe verbondenheid, zeer warm en vertrouwelijk.’ Dat Joden en Katholieken nu samen – zonder bekeringsdwang!- een blik op de toekomst kunnen werpen, noemde hij hoopvol. Hij benadrukte in zijn lezing dat er meer overeenkomsten dan verschillen zijn tussen Joodse en Katholieke gemeenschappen. Zo hebben beide groepen bijvoorbeeld te kampen met spanningen tussen geestelijke leiders en besturen, en moeten beide in dezelfde mate verantwoordelijkheid zien te dragen voor de samenleving. Daarin zou men elkaar misschien kunnen vinden.

‘Wat hebben wij nu eigenlijk gemeen?’ vroeg hij. ‘Dat we nazaten van Adam zijn.’ Hij besprak de zeven Noachidische geboden, die God volgens de overlevering aan Noach gaf na de Zondvloed. Ze gaan in de Bijbel aan de meer bekende Tien Geboden vooraf en gelden voor alle mensen, ‘nazaten van Adam’: geen afgoderij, geen godslastering, geen moord plegen, geen ontucht, niet stelen, geen wreedheid jegens levende dieren, en recht spreken. De kunst van het omgaan met deze geboden is dat we er niet steeds de grenzen ervan proberen te zoeken, maar dat we ons juist inspannen om ze zo goed mogelijk na te leven. ‘De meesten van ons zullen bijvoorbeeld niet vaak een moord plegen,’, lichtte de opperrabbijn toe. ‘Maar denk eens aan pesten, terroriseren, spotten, iemand beschimpen, zó erg dat het bloed uit z’n gezicht verdwijnt. Ook dat kan mensen diep treffen, en dan vallen er slachtoffers. Denk maar aan wat er in Parijs gebeurde.’

Het doel van de zeven Noachidische geboden is Shalom vrede, besloot hij. Hij sprak de wens uit dat Joden en Katholieken verder zouden gaan op de ingeslagen weg, tot die vrede bereikt zou zijn in aanwezigheid van de Mashiach, de Messias.

Groot gemeenschappelijk erfgoed
Bisschop Gerard de Korte reageerde op het verhaal van de rabbijn met een korte historie van de ontwikkelingen in de geschiedenis tussen Joden en Christenen. Hij noemde die complex. In het verre verleden leidden uitspraken van kerkvaders tot antisemitische houding van mensen, met als dramatisch dieptepunt de sjoa tijdens de Tweede Wereldoorlog. De ideologie die daaraan schuldig was, was geen christelijke ideologie. Maar wel had eeuwenlang christelijk antijudaïsme een klimaat geschapen van apathie en onverschilligheid, waardoor die zich kon ontwikkelen. ‘De Tweede Wereldoorlog en de sjoa dwingen de Kerk tot fundamentele herbezinning, schaamte en ontzetting over het lot van het Joodse volk onder het nazisme,’ aldus de bisschop.

Vaticanum II (1962-1965) betekende een doorbraak, maar toch bleef de tekst op verschillende punten ambivalent, zeker in de oren van Joodse mensen. Na 1965 volgde verder toenadering: anti-joods denken in de kerk werd van binnenuit bestreden, de joodse wortels van het geloof werden erkend en bestudeerd door theologen, in 1993 erkende de paus de Joodse staat Israël. De dialoog gaat voort, al blijven er punten waarop men eenvoudig zal moeten accepteren dat de meningen verschillen.

De bisschop gaf aan dat Joden en Christenen een groot gemeenschappelijk erfgoed hebben, en dat het belangrijk is elkaar beter te leren kennen en waarderen door ontmoeting en Bijbelse en theologische studies. Paus Franciscus geeft daarin een goed voorbeeld, ontmoet Joodse leiders en zegt dat je geen Christen kunt zijn zonder je Joodse wortels te erkennen.

Met dank aan Marlies Bosch, Groningen

Dit artikel is overgenomen van de website van bisdom Groningen-Leeuwarden

JACOBS ESSEN KORTEGS