17 januari 2009 Dag van het Jodendom Suggesties voor liturgie

17 januari 2009 Dag van het Jodendom
Suggesties voor liturgie

(11-12-08)

Op zaterdag 17 januari 2009 vindt in de Nederlandse kerkprovincie de tweede Dag van het Jodendom plaats. Wilt u op de zondag voor of na deze datum in de verkonding speciaal aandacht besteden aan de relatie met het Jodendom, dan vindt u hieronder enige suggesties.

Zie ook de SUGGESTIES VOOR VERKONDIGING.

1. Suggesties voor de verkondiging

11 JANUARI 2009: DOOP VAN DE HEER

Lezingen: Jesaja 42,1-4.6–7; Handelingen 10,34-38; Marcus 1,7-11

In deze periode van het kerkelijk jaar vieren we, na de geboorte van Jezus, op 1 januari de besnijdenis van Jezus. Op 2 februari wordt de Opdracht van de Heer in de Tempel herdacht. Jezus’ doop in de Jordaan, die vandaag centraal staat, bevestigt eveneens zijn geworteld zijn in het Joodse volk. Wat betekent dat?

Leven uit die traditie is leven met een opdracht, ‘staan in het Verbond’: het volbrengen van de voorschriften, geboden (de Tora), en de trouw om die opdracht intenser te beleven. De kracht en de weldaad van dat (op)voedende Woord van God wordt benadrukt in de Jesaja-lezing.

In de evangelielezing van vandaag wordt verteld dat Jezus Johannes de Doper opzoekt. Dit onderstreept de ernst waarmee Hij de verbondsopdracht wil volbrengen. Johannes riep op tot ommekeer (‘tesjoeva’, ook vertaald als ‘bekering’), de radicale verandering van houding.

Tesjoeva is een fundamenteel begrip in de relatie van God en mens. In heel het Oude Testament komt dit thema telkens terug. Hoe zal de mens komen tot volledige gerichtheid op ‘Uw wil geschiede’? In het Hebreeuws spreekt men van ‘kavana’, het gericht zijn van ons hart op God in volledige toewijding.

De Doper benadrukt: na mij zal er iemand komen in wie die toewijding en dus de kracht en majesteit van Gods woord zo aanwezig is, dat de Geest doorbreekt. Dat is de gave van God, zoals we ook in Handelingen 10 kunnen lezen.

Deze gave Gods wordt aan Jezus geschonken. Het goddelijke openbaart zich aan Jezus in het teken van de duif. De duif kennen we in de bijbel ook als persoonsnaam: Jona, de profeet die gestuurd wordt naar het volk van Ninevé. Daar staat de bekering/ommekeer van een vreemd volk centraal als een voorbeeld voor Jona zelf. In de lezing van Marcus klinkt een stem uit de hemel (‘bat kol’, letterlijk: ‘dochter van de stem’): ‘Mijn veelgeliefde; in u heb Ik welbehagen’. In deze woorden horen we de woorden van Jesaja klinken, die we vandaag gelezen hebben: ‘Dit is mijn dienaar, die ik ondersteun, mijn uitverkorene, in wie Ik behagen schep.’ Marcus vermeldt uitdrukkelijk, dat Jezus vanuit Galilea komt, ‘het Galilea van de heidenen’, zoals anderen vanuit Judea en Jeruzalem kwamen, omdat zij verlangden Gods opdracht te vervullen: te leven naar de Tora. De doop en de ommekeer/bekering zijn teken en getuigenis van het aanvaarden van die opdracht.

18 JANUARI 2009: TWEEDE ZONDAG DOOR HET JAAR.

Lezingen: 1 Samuël 3,3b-10.19; 1 Korintiërs 6,13c-15a.17-20; Johannes 1,35-42

De evangelielezing van vandaag volgt op het verhaal van Jezus’ doop door Johannes de Doper (zie Joh 1,19-34). De Doper kent een kring van leerlingen. Dat typeert zijn invloed. Hij maakte ‘school’ met zijn beweging. Maar het gaat hem niet om hemzelf, maar om wat Jezus zal gaan doen met het oog op het koninkrijk Gods, zoals we dat als een programma aangeduid vinden in de lofzang van Zacharias (Lc 1,68-79). De Doper spreekt over Jezus als het ‘lam’, zachtmoedig, nederig, en verwijst daarmee al naar Jezus’ sterven. Maar daaraan vooraf zullen mensen tot Hem komen om te luisteren en zijn leerling te worden. We lezen in Joh 1,37 dan ook: ‘Ze bleven die dag bij Hem’. De evangelist stipt hier aan wat er in de loop van het evangelie zal gebeuren: Jezus zal een kring van leerlingen vormen en die moeten leren luisteren waardoor zij tot inzicht zullen komen van Gods opdracht aan ons en over zijn zending als Messias. De evangelist preludeert al op de gemeenschap die de Heer zal opbouwen en later gebouwd zal zijn op Hem en zijn leerlingen (vgl. Johannes 21).

Het sleutelbegrip voor de lezingen van vandaag is ‘luisteren naar Gods stem’. In het verhaal van de kleine Samuël wordt dat beeldend opgeroepen in dat woord ‘luisteren’. Voor Joden begint iedere dag met het bidden van het ‘Sjema’: ‘Luister Israël de Heer onze God is één; Hij alleen.’ (Dt 6,5) Dit is de houding van de leerling: ontvankelijk zijn, willen horen. Zo’n houding maakt handelen en verkondigen mogelijk. Zoals de beroemde rabbi Hillel (1 e eeuw voor Chr.) zei: ‘Ga en leer’.

Jezus sluit zich daarbij aan: ‘Ga , maak alle volken tot mijn leerling.’(Mt 28,19). Zoals de doop een proces is en tegelijk een proces in werking zet, zo is dat ook met luisteren: in het permanent luisteren en leren wordt men vertrouwd met Gods opdracht en bereid te volbrengen wat God van ons mensen verlangt. De eerste leerlingen zijn geraakt. In hen komt de hunkering om te leren en te luisteren, al is er nog een lange weg te gaan. Maar de inzet is duidelijk. Jezus zal in diepte en breedte het licht van de Tora doen schijnen; zoals Lucas schrijft in zijn verhaal over de verheerlijking van Jezus op de berg Tabor: ‘Er klonk een stem uit de wolk , die zei: ‘Dit is mijn zoon, mijn uitverkorene, luister naar Hem.’ (Lc 9,35)

2. Suggesties voor liederen

Uit: Gezangen voor Liturgie

11 JANUARI, bij het thema ‘doop’:

416 Dat wij vol stromen
419 De geest des Heren heeft
444 God die ons heeft voorzien
487 Lied van de Doper
526 Het lied van doop en bekoring

11 JANUARI, gedachte aan epifanie:

479 Juicht voor de koning couplet 2 en 4
611 Heer, hoe zijt Gij gekomen

11 en 18 JANUARI, bij het thema ‘Woord van God’:

446 God heeft het eerste woord
475 In den beginne was het Woord
477 In het begin was het woord
582 Dat word waarin ons richting werd gegeven
593 Die chaos schiep tot mensenland
619 Hort hoe God met mensen omgaat, couplet 1.3.8.12.13
640 Van ver, van ouds

18 JANUARI, bij de lezing uit Johannes

478 Jezus die langs het water liep
430 Een ballade bij het evangelie ( gedeelten )
513 Midden onder u

3. Overige suggesties

In veel kerken staat achterin de liturgische ruimte of in de ontmoetingsruimte een zogenaamde symbooltafel. U kunt deze tafel speciaal inrichten voor de Dag van het Jodendom. Hebt u slechts één symbooltafel, dan is een hoek van de tafel met boeken en folders ook geschikt.

Suggesties:

Geef de Bijbel een duidelijke centrale plaats.
Leg meerdere Bijbelvertalingen neer, een exemplaar met de Hebreeuwse tekst of de uitgave NBG-uitgave Tanach ( Hebreeuws-Nederlands).
Hang posters op over de Dag van het Jodendom (downloadbaar van de website HTTP://WWW.DAGVANHETJODENDOM.NL/PROMOTIE.HTM) of folders/posters. die aandacht geven aan Bijbelthema’s. Denk b.v. aan materiaal van de Katholieke Bijbelstichting (HTTP://WWW.RKBIJBEL.NL/), met name de kaarten van kunstenaar Marcus van Loopik.
Kunstboeken met werken van Chagall.
Zet een zevenarmige kandelaar neer. Deze kandelaar verwijst naar de menora, de kandelaar die in de tempel van Jeruzalem stond.
Wellicht zijn andere voorwerpen en attributen beschikbaar die de relatie met het Jodendom kunnen aangeven (jad, sederschaal)
Indien beschikbaar: leg folders neer van het Joods Historisch Museum, van de Katholieke Raad voor Israël, van plaatselijke leerhuizen.
Leg boeken over het jodendom neer.
Drs. Frans Zwarts